Dit recept is voor een vlaai van 28 cm doorsnede. Als je het jezelf heel gemakkelijk wil maken of als je niet zo veel tijd hebt kan je voor de banketbakkersroom ook een pakje gebruiken waar je alleen water aan toe hoeft te voegen.

Banketbakkersroom:

Deeg:

Kruimels:

Banketbakkersroom
Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit.
Breng in een pan de melk met het vanillemerg en de helft van de suiker aan de kook.
Roer in een kom de eidooiers met de rest van de suiker los en roer de bloem erdoor. Meng een scheutje melk door het eimengsel, schenk terug in de pan en roer goed door.
Breng de banketbakkersroom aan de kook en gaar op laag vuur en laat dit circa 5 minuten doorkoken.
Doe de room in een met water uitgespoelde schaal en laat de banketbakkersroom afgedekt met plasticfolie afkoelen. Het plasticfolie leg je op de room zodat er geen velletje ontstaat.
Doe dit eerst buiten de koelast en later nog even in de koelkast.

Deeg
Meng het gist met de melk.
Maak een kuiltje in de bloem en strooi het zout over de rand.
Schenk de melk in het kuiltje en kneed de boter en de eidooier erdoor. Meng beetje bij beetje de bloem erdoor en kneed tot een soepel deeg.
Laat het deeg, afgedekt met plasticfolie, circa 30 minuten rijzen.
Rol het deeg uit tot 5 millimeter dik en bekleed de ingevette vlaaivorm ermee. Prik de bodem in met een vork.
Verdeel de banketbakkersroom over de bodem van de vlaai.

Kruimels
Verwarm de oven op 180 ºC. Snijdt de boter in kleine blokjes zodat het gemakkelijk te mengen is. Meng vervolgens de boter, suiker en bloem met elkaar en wrijf met beide handen door tot er kruimels ontstaan.
Verdeel de kruimels over de vlaaivulling en bak de vlaai in de oven in circa 25 minuten goudbruin en gaar.

Bestuif de vlaai vlak voor het opdienen met poedersuiker.