Apfelstrüdel is een heerlijk winters dessert maar kan ook bij een kopje koffie, thee of warme chocomel gegeten worden. Waar je het ook bij eet, warm is het het lekkerste. 

Strüdel
Verwarm de oven voor op 200°C. 
Doe de rozijnen in een schaaltje met warm water om deze te laten wellen. 
Schil de appels en snijdt deze in blokjes. 
Haal dan de vellen filodeeg uit de vriezer om ze te laten ontdooien, doe je dit te vroeg dan is de kans groter dat ze uitdrogen. 
Meng de appels met de suiker, het kaneel, de rozijnen en de chocoladestukjes. 
Leg een vel filodeeg op een ingevet vel bakpapier (zodat je deze later gemakkelijk los krijgt). 
Smeer het filodeeg voorzichtig in met gesmolten boter en leg er dan weer een nieuw vel filodeeg op. Herhaal dit totaal je 4 vellen filodeeg op elkaar hebt liggen. 
Leg dan het appelmengsel in het midden van het deeg neer. Vouw de zijkanten naar binnen en vouw dan de ene helft van het deeg over het appelmengsel heen en vervolgens ook de andere helft. 
Leg de apfelstrudel op de vouwkant op een bakplaat en bak de strüdel in 20 minuten af in de oven. 

Wanneer je kleine vellen filodeeg hebt (ongeveer a4-formaat) is dit recept ruim voldoende voor 2 strüdels. 

Vanillesaus 
Halveer de vanillepeul in de lengte en schraap het merg eruit. Doe dit in een pannetje bij de melk, room en 1 eetlepel suiker en breng dit aan de kook. Roer in een hittebestendige kom de eidooiers met de overige suiker glad. 
Giet de kookende melk/room over de eieren terwijl je de eieren blijft roeren om te voorkomen dat de eidooiers gaan stollen. 
Meng dit goed door en giet de saus weer terug in de pan. 
Vervolgens gaar je de saus al roerend met een spatel, zorg er wel voor dat de saus niet gaat koken, dan krijg je klontjes. Blijf garen tot de saus de gewenste dikte heeft bereikt.