Macarons zijn een heerlijk gevuld, Frans koekje. Om aan mensen die ze niet kennen uit te leggen wat het is zeg ik maar dat het een kruising is tussen een bitterkoekje en merengue.

Zet alle ingrediënten alvast klaar, dat bespaart een hoop tijd.
Kook in een pan en water met de suiker tot 118°C.
Klop met gebruik van een mixer (een mixer op standaard is hiervoor erg handig) 55 gram eiwit stijf en giet er tijdens het mixen heel rustig aan de suikersiroop bij. Dit doe je in een dun straaltje aan de rand van het eiwit. Mix dit vervolgens nog ongeveer 10 minuten zodat het eiwit af kan koelen. Je zal zien dat het eiwitschuim mooi zacht en glanzend wordt. Als je een smaakje of kleurstof toe wil voegen kan dat als je alle siroop bij het eiwit hebt gegoten.
Meng in een kom het (gezeefde) amandelpoeder, het overige eiwit en de poedersuiker.
Spatel er dan voorzichtig de eerste helft van het opgeklopte eiwitschuim doorheen.
Wanneer dat goed is gemengd doe je er de rest van het eiwitschuim ook weer voorzichtig doorheen. Wanneer je het goed gemengd hebt vul je een spuitzak met een glad spuitmondje.
Spuit dan op een met bakpapier beklede bakplaat gelijke rondjes. Het spuiten van gelijke rondjes kan nog wat oefening vergen maar experimenteer gerust.
Laat de macarons nou drogen. Hoe lang dit moet is afhankelijk van verschillende aspecten zoals luchtvochtigheid, temperatuur etc. De minimale tijd is ongeveer een uur, je kan testen of de macarons goed zijn om gebakken te worden wanneer ze niet meer plakken wanneer je ze (voorzichtig) aanraakt. Wanneer je de macarons niet laat drogen krijg je niet het kenmerkende ‘voetje’ onder de macarons.
Bak de macarons vervolgens in ongeveer 8 minuten op 160°C. Wanneer ze klaar zijn laat je ze afkoelen op de bakplaat zodat ze, eenmaal afgekoeld, goed loskomen van het bakpapier.

Vul de macarons vervolgens naar een vulling naar keuze zoals een ganache, botercreme, creamcheese icing of jam.